op deze muren
die ik acht de mijne
zie ik overal
nee, ontwaar ik
mijn tijd
en het onvermijdelijk gordijn
dat valt
aan hun tekenen
kan ik schrijven
dat wat is
overgebleven
de rest van
wat is
achtergebleven
zo kan het zijn dat
een dezer dagen zij mij
zullen verlaten
en weten dat
het aflatend woord
als fossiele muurtekening
op de rand en verwant
in schaduwen leeft