Wij zijn de rusteloze, de wilden
Wij zijn zij die niet willen delen
Alleen maar met elkaar
Te vaak denkend aan verleden tijd
Waarin ik nog met poppen speelde
Jij met een speelgoedzwaard
Nu speelde jij met vrouwenharten
Ik met de gevoelens van een man
Waarin we het spel met vuur verwarde
En het nu niet meer anders kan
Gelukkig bespeelde jij toen mij
Zij die nooit bespeeld worden zou
Liet mij deel van jou gecompliceerd spel zijn
Waaruit ik nooit verdwijnen wou
De rusteloze, de wilden
Nog wilder dan ooit
Vergaten de tijd die zij verspilden
Aan de harten
Die zij hadden gekooid
Nu zijn ze samen, de rusteloze, strijders
Nooit meer spelen zij hun spel, ze zullen reizen
Tot zij door de zee van lang verlangen
In de eeuwigheid verdwijnen.