de regen speelt haar symfonie
en daken tikken genoegzaam
het lied van de donderstorm –
zwaar weer tromt in vlagen
het raam had het kunnen weten
vooraf wast haar vuil altijd
achteraf gezien vanuit het venster
dat tuimelt, draait en kiept
voelt men gedempte slagen
ziet men al door de nattigheid
weer een levenslicht schichten –
luchtig zal het weer bevragen