Ik sta,
geen idee waarom,
in een rode kamer
met flikkerend licht.
Ik word hardnekkig
in een zetel geduwd.
Een scherm flitst aan.
Mijn hoofd zwelt
herinnering.
Waarom
prikken tranen,
trilt mijn lip
tussen glimlach
en pruil?
Wat voel
maar zie ik niet?
Het wordt stil
en met grote ogen
besef ik
mezelf.