Tussen de abdij van Keizerberg daalt de straat
naar Vismarkt af, straalt het licht van de maan
Daar gaat een Zen-boeddhist omhoog
stekeltjeshaar in een meditatieve stap
Hij zwaait naar Isabelle van de bakkerij
zij groeit, er komt steeds meer bij
De weg wordt herinnering en,
schept gelijkertijd een nieuwe vorm
Door uit te botten als een boom
in weer een groene lentetijd