hij stond ongevraagd
plots achter mijn rug
te blaten en te blinken
trippel trappel, klik klak ..
net als een dame op hoge hielen,
met zijn gespleten hoeven
van uren in de wind
naar verse camembert te stinken,
'l leek wel alsof hij
met weinig of geen woorden verstond
met stilzwijgend akkoord, terstond
hem hoegenaamd Gérard te noemen,
jezus,
was me dat even schrikken
maar dat dier,
was tammer dan een hond !
toen 'k hem beloftevol meetroonde
naar de achtergelegen grazige weiden
om daar heel de buurt
te verontrusten met schor geblaat,
met zijn welige horens
ging hij meteen in de aanval bokkend
tegen de omheining en bomen
daar konden vodden van komen !
tot op een mistige morgen,
zo gaat dat met die mannen,
hij met de noorderzon vertrok
zonder boeh noch bah,
't laatste van mijn zorgen,
want ergens anders
was 't gras allicht groener
of was zijn ware meesteres
hem inmiddels op 't spoor gekomen ?
om na een paar rake vermaningen
huiswaarts te doen keren ?
hallo Gérard !
eventjes van je vrijheid genoten ... ?
't zit achter je oren
of zijn het je horens ?
snoeper en deugniet ...
jij krijtwitte geitenbok !