Ik was ’s middags in de Tweede Kamer,
in de hal van bestuur en volk
de markt van mens en macht
de bijenkorf aan het Plein
Ieder was er druk met papier,
netwerken, koffie, laatste roddels
even dit, even dat
geen tijd voor zonnestralen en wind
Ik zag vogels vliegen
juist boven het glazen dak
van de duizend mensen
keek ik als enige omhoog
Zij hingen in de middaglucht,
bleven er maar kort
politiek was niks voor hen
dat hadden ze snel gezien
De mensen praatten verder
langzaam loste de menigte op
het lage licht
kwam me tegemoet
Ik liep op Lange Poten
vrolijk keek ik om,
ik hoef het land niet te besturen,
heb genoeg aan een vogelvlucht.