Slapend delen we hetzelfde bed
Kroelend kom ik bij je tot rust
Woelend slaap ik naast je
Maar jij legt je hand op me,
trekt me naar je borst
en mijn ademhaling vertraagt
Liefhebben is geen kunst bij jou
Strelend ontdek ik je compleet
Maar het allerliefste nog aai ik je rug,
wanneer je je vermoeide
geest tot rust legt bij mij
Mijn maan, dat ben jij
Je schittering weerkaatst
In het donkere meer
te midden van het bos
Je laat me voelen als de zon
Die velden tot bloei brengt
En vogels laat zingen
Dorre velden komen tot leven
Zand en stof komt tot bloei
In ons bed waar wij samen liggen
Te slapen, kroelen en woelen.