eerder dan stilstaand niets, langs
de boorden
van een wilgenrij in zwartgoud
nog tijd te gaan, toekomst te delen
zonder omzien
of omzichtig slaap af te wegen
voor je het weet gaat het richting
categorie
voorbij voordat het goed en wel
en zo goed en zo kwaad als het
gaat, gebundeld
in onbegrijpelijke codewoorden
dan vallen de letters op hun plaats
regel voor regel
vullen de voegen zich met gewicht
vormeloos duister, tussen de korrels
van het zand
uit alle macht, een laatste poging
aan het eind van het koord sta ik
met lege handen
houdt het onafwendbare woord