Rode roos.
Het smetteloze witte kussen
benadrukt ’t rode van de roos
trekt in mij nu betraande ogen
verstild verdriet, zo troosteloos.
Maar in het vleien is verweven
kleurrijk , als De Herinnering
aan alles wat je hebt geschonken
een nimmer wijkende hunkering.
naar het moment van ’t eens gevulde
vertrouwd gelaat op deze sloop
zo ligt die roos als eerbetoon nu
vermengd met eigen stille hoop.
dat ik zo alles terug kan halen
van eens intens gedeeld geluk
mij dromen doet van die momenten
an blijheid..liefde.. vrij van druk.
De hemel blauwt , toch blijft het stormen
waait het verleden vol onstuimigheid
wil ik in die werveling van blaad’ren
wat stille rust in een vernieuwde tijd.
th