Uit het schuim van d’ oceaan
overspoelen mensen Yucatan,
gevlucht uit ’t verre land van Mu.
In ’t schaduwland
flitsen plots de sterren aan
Olmeken, Tolteken, Maya’s en Azteken
schitteren aan ’t Mexicaanse firmament.
De tijd wordt minutieus gemeten,
de zon aanbeden – de mens daar tussen in:
In ’t wisselen der seizoenen
schuiven d’ eeuwen in een lange rij voorbij.
Tot plots d’ ontdekkersroep weerklinkt
en d’ oude droom verscheurt,
geofferd aan avondlandelijk gewin.
O, Mexico, waar is je trots,
je kracht van duizend jaren –
Viracocha sluit de ogen
De zon komt op en gaat weer onder:
de mens wacht op een wonder.
Rob