Toen ik het gebouw binnen was getreden
voelde ik zowaar een beetje trots
de school van mijn verleden
staat er als een eeuwenoude rots.
Te lang heb ik hier gezeten
te lui ben ik er geweest
de meeste stof ben ik vergeten
ik zie wat beelden en soms een feest
Je danste op sokken in de gymzaal
de zeden liepen uit de hand
de rector maakte veel kabaal
aan losgeslagen jeugd had hij het land
Aan gingen de neonlichten
jongens en meiden uit elkaar
een donderpreek over plichten
geen korte jurken, geen lang haar
Ik zie weer het scheikundelokaal
de plek van de natuurkundelessen
de leraar rookte en nam een haal
boven in het gebouw was de plek voor taal