Ik wandelde rond
en zag dat het goed was,
de bonte kleuren rondom mij
werkten als een melancholisch
afrodisiacum,
Het deed me afdrijven naar de
perfectie,
ik zocht haar,
ik zag haar,
ik heb haar,
ze werkt als een prismatische
diamant,
ze straalt diezelfde bonte
kleuren als op een warme
herfstdag,
Ze noemt zich MalDiVa,
maar sommigen noemen haar
godin, markies van de
schoonheid, vertegenwoordiger
van wat mooi en rein is,
In haar gloed ontduistert de
zwartste hoek,
ze lacht,
Sirenen worden sereen bij
haar gezang.
En het enige wat ik God
vragen mag, is,
laat dit prachtige creatuur
het mijne blijven.