Op een dag vond hij langs de waterkant een paar sandalen.
De zijne waren kapot en versleten en aangezien er niemand
in de buurt was, aan het wassen of zittend aan de waterkant,
besloot hij de sandalen te passen. Ze waren iets aan de grote
kant, maar zaten comfortabel, nou ja, voor sandalen in die
tijd dan. Stoepen of verharde wegen waren er natuurlijk niet,
dus goed schoeisel was belangrijk als je ergens wilde komen.
De knul had meteen een beter gevoel over zichzelf.
Op de terugweg naar huis sprak hij vreemdelingen aan die hij
mooie verhalen vertelde. En zij luisterden met volle aandacht!