het begin van mij en niet het einde
ligt in de blikken van stenen
in 't woekeren van herinneringen
waar niets anders smart heelt
tijd duikt onder in 't dove riet
tweeduizend jaar en meer
klinken stemmen uit 't gisteren
zij zingen doorheen mijn dromen
ik leer dat uurwerken stilstaan
ik niet ga noch dat ik kom
maar dat ik ben en blijf
en wat ik uiteindelijk zal zijn
bewaart vadertje tijd in zijn handen