Haar handen rimpelden, haar haren werden grijs,
Er vroeg iemand om de hand van haar oudste
Madame Francy, ondertussen redelijk wijs
Besloot in overleg met haar man haar dochter te laten trouwen
Het was wederom geen echt geluk, maar zo ging dat in die tijd
Het meisje voelde ook geen echte amoreus gevoel
Maar madame Francy had beslist geen spijt
Welstand en tevredenheid waren het doel
Haar eigen leegte was redelijk opgevuld door haar kroost
En de wens aan liefde was vervlogen
Maar op een dag bracht een oudere heer haar wat troost
Toen had ze in haar hart haar man bedrogen
Ze treurde om het verlies van een sierstuk uit haar huis
Ze huilde en huilde. Er zat vast meer verdriet in haar bestaan
Toen bood de vreemde oudere heer haar op straat voor die preutse tijd heel onkuis
Een troostend snoepje aan
Madame Francy, heeft u dan niets geleerd?
Neem geen snoep aan van een onbekende!
Voor haar was de wind eindelijk gekeerd
de liefde tussen hen werd een legende
Madame Francy, ondertussen in de zestig
Kreeg eindelijk een twinkeling in haar blauwe ogen
Een reden om te leven en ze beloofde plechtig
Dat zij eindelijk in de liefde begon te geloven.