Venijnig weerklinkt jouw lach als een banshee
de zonsverduistering van mijn gedachte
de hartstocht voor onze mentale wrijving.
De opwinding van het ontstoken vuurtje
de passie van jouw oneindig galmen
voelt als een ijzige atmosfeer zonder verstijving.
Apathisch gedesoriënteerd in een cocon
bemin ik jouw sierlijke melancholiek
mijn sterfelijke gedachten ontspoort in gedicht.
Ik barmhartig jouw onhebbelijkheid
de onsterfelijke droom in jouw keizerrijk
de bewegingen in silhouet tegen het noorderlicht.