Soms denk ik
dat zij er nog is
dat ik naar haar toe kan gaan
haar bezoek in haar flat
Ze schuifelt langs de muren
rookt een sigaret
morst as op het tafelkleed
zet bibberend de ketel op het fornuis
Toe jong neem nog een kop thee
ik pak het album, zit naast haar
woon ik hier, ik weet het niet meer
dit is het huis waar je geboren bent
Vlak na de oorlog ontmoette ik jou
een jaar later kregen we een kind
ja, mam, dat was in die warme zomer
je hebt het me vaak verteld
Soms zie ik haar
teruggroeien naar wie ze eerder was
een meisje, een jonge moeder
met een kleuter achter op de fiets