De doctorandus in de dichtkunst
zwichtte voor gril noch gunst
hij hield vast aan metrum en vorm
elke lettergreep paste in zijn strenge norm
Nooit sjoemelde hij met de taal
hij toonde zijn kracht steeds verbaal
zeventig jaar schreef hij puntig en ad rem
en gaf hij het lichte vers een fraaie stem
Wij kunnen hem weerzien in zijn poëzie
de woordkunst van een taalkundig genie
wij varen altijd met hem heen en weer
zien Omsk en Tomsk keer op keer
Zijn naam is simpel drs. P
wij nemen nu zijn schatkamer mee
zijn woorden blijven het leven verlichten
ze sterven nooit, zijn gedichten
De ollekebollekes, de kwatrijnen
de strakke woordenlijnen
we blijven hem horen
laten ons door hem bekoren