Een puike tijd die pruikentijd.
Een tijd van 'wuiven' en 'snuiven'.
De tweede helft van de achttiende eeuw
Kent zijn modegrillen voor de rijke dames
En heren die iets anders willen.
Voor mannen een gepoederde pruik, voor
Vrouwen een korset om een ingehouden buik.
Als modeattributen kenmerkt het de elite
Van zijn eigen tijd die zich geen zorgen
Maakt om een massa die aan armoede lijdt.
Het is de tijd van de patriotten versus de
Regenten; een controverse om bestuursmacht
En de verdeling van de belastingcenten.
Vrijheid van godsdienst en gelijkheid van wet
Kent geen respect voor de trend die in de mode
Wordt gezet.
Pruiken, parfums en diepe decolletees
Wat naar oproer riekt kent geen vrees.