Hoe je jezelf
vooruit moest sleuren, aan je haren
- bad hair day
en haast huilend
met dikke ogen van gister
in je kleren probeert te hijsen
- weer een broek te strak
en hoe je jankend
de verbinding verbrak
dat je probeert te schuilen
wie je bent
Die lege pagina's in je agenda
en dat je real life
geen bijna 200 vrienden telt,
dat je
steeds aan de linkerkant van de trap
en toch vooral omhoog
die eindeloze bergwand
Hoe het stof in de hoek van de kamer
een kattenhuid
dat je hun waterbak vergat,
maar wel die lieve foto
dat hij haast smekend
je hand bezat,
dat aanzoek, die mond
niet het schreeuwen, maar het zoenen
niet het verliezen
opgeven voor de eindstreep
maar het goud dat je vond.