Truus van de toiletten, of eigenlijk
Mevrouw Pot; waar nood breekt
Alle wetten, gloort zij properheid
Als haar levenslot.
Dagelijks ontvangt zij heren,
Waarvoor zij vier toiletten
Mag beheren, die zich bij haar
Aan hun meest intieme zorg
Mogen wijden om zich te
Verlossen uit hun tijdelijk
Lijden; op die momenten in hun
Leven die soms schaamte geven,
Maar bij haar een rustpunt vormen
In een mannenleven.
Aan de andere zijde heeft zij vier
Damestoiletten ingericht. Ook proper,
Maar met een iets ander sanitair gezicht.
Damesverbanden en bloederige resten
Kunnen soms het leven van een toiletjuffrouw
Verpesten. Vrouwen en mannen soms even vies;
geen sekse verschillen bij het noodwendig
Menselijk verlies.
Truus en haar toiletten zijn
Ondeelbare zaken. Geen mens
Kan meer betrokken raken dan
om de mening over de properheid
Van haar dagelijkse handelsmerk;
Niet zomaar een taak, maar een
Levenswerk.