Dwalen in verlangen
Zoekend onder elke steen,
Wordt het gewicht van leegte,
Door mijn verlangen opgedreven.
Ik vaarde reeds op elke zee;
Bewandelde ieder park en bos;
Nooit mijn verlangen opgegeven
Ik dwaal door grijze straten
Voel het grijnzen van passanten
Terwijl ik mijn verlangen in een etalage zoek
Niet wetend wat ik zoek;
Kom ik bij een boekenwinkel;
En koop er het laatste verlangenboek
Ik lees zeer vlug de titel:
“Verlangens binnen handbereik”
De inhoud vermeld het mijne niet
Neen, alles heb ik al
Van liefde tot een eigen huisje
Maar toch dat ene niet
Geen boek die het beschrijft
Geen mens die merkt wat ik nu zoek
Dus stop ik vandaag met mijn verlangen
Toch is het eigen aan de mens
Gewoon maar te verlangen;
Te mogen dwalen in verlangen