De dijk kent een leger dat integer
Waakt; nimmer staakt als het water
Te hoog blijkt te komen; de bomen
Reeds heeft meegenomen in een
Gevaarlijk drassig voorspel van een
Storm die raast bij het luiden van
De stormbel.
Stevige mannen in oliejassen met
Een spade in de handen op ferme
Passen; steken hun handen uit de
Mouwen bij het ophogen van de dijk;
Slepen met zandzakken bij het temmen
Van het woeste waterrijk
Totdat de stormwoede weer zal bekoelen;
En het rivierwater net niet over de dijk
Zal spoelen, blijven de mannen van het
Dijkleger paraat en beschermen de landzijde
Van de dijk in zijn droge staat.
Waar morgen bij droog weer gewoon de koeien
Loeien en in de uiterwaarden de bloemen
Weelderig groeien; het rijke boerenleven zich
Weer ontspant, dankzij het dijkleger op de
Grens tussen water en land.