Schril.
Een gouden koets
weliswaar wat krakend
een ridderzaal vol gratie glans
echoot het goede
van ons landje
begroting beter in balans.
Een schril contrast
met trieste stromen
van vluchtelingen , diep in nood
er werd gerept
van deze zorgen
ten dele ook nog mee begroot.
Men juicht Oranje
hoewel het regent
over de loper stuift wat stof
stil optimisme
tekent grenzen
de poetsdoek werpt zich op het dof.
Enthousiaste groei
nu economisch
wij krijgen meer, dan wel gelijk
voor werkenden
gepensioneerden
doch werkeloosheid staat te kijk.
Er wordt geschoven
met getallen
zelfs ’t koffertje is opgepoetst
toch strijden veel
om hoog’re lonen
die in de tijd zijn vast geroest.
Ik zit tevreden
in mijn kamer
bekijk de beelden op de buis
voel mij toch rijk
hoewel alles gelijk blijft?
In Nederland voel ik mij thuis.
th