Het krakkemikkig één compartiments treintje
van Montecatini van welhaast vijf ton
dat sinds 1898 aan een vuistdikke
stalen kabel bengelt,
voer hobbelend en hotsend heen en weer
over de kromgebogen sporen
via katrollen naar de bovenloop
van 't pittoreske stadje,
om een adembenemend zicht te verschaffen
over huizendaken, torens, groene valleien
beneden in de nauwe straatjes,
waar Pinokkio's, lederen riemen, handtassen,
exotische sjaals voor minder dan 5 euro's,
in zonnige kraampjes te koop worden gevent,
kinderen 'n ritje voor 'n paar cent
op 'n antieke paardenmolen met kermisklanken
in 't schaduwrijke pleintje wagen,
zoveel keure heb 'k gehad in mijn jonge jaren !
dan nog zekers de verkeerde gepakt !
je had me toen moeten moeten zien
met mijn mooi zwart haar !
niet deze oude doos van nu hé...
gij nie moat !
flapte ze 't eruit met 'n Gents accent,
drukte haastig 'n paar self shots
met d'r GSM op 'n steeltje,
't was kortom een lot uit de loterij getrokken
een krasbiljet met 't juiste of verkeerde nummer,
ze was ergens in 't hinterland van Vladso
nabij de wenende beelden van Kollewich,
terechtgekomen met duiventillen
die ze dagelijks naarstig schoonmaakte
tezamen met haar man
( dat was dus die ramp )
om die gevleugelde pientere bende
van 't Vlaanderenland klapwiekend los te laten
naar de Pyrenneeen of zo ver de geest
kan vluchten over grazige velden
om al dan niet de weg terug te vinden,
tenzij tegen hoogspanningskabels of roofvogels ...
want dat spoor was ze inmiddels kwijt
sinds haar enige hoogopgeleide dochter
'n jaar of 10 geleden zelfbewust koos
om 'eruit' te stappen ...
( daar valt 'niets' tegen in te brengen )
't lot in eigen handen te nemen
alvorens nog 'n jaartje alles 'ervan' te nemen
wat te zien van de wereld
tot 't lijden ondraaglijk wordt om leven...
want er was toch niets te verhelpen
aan die baarmoederkanker
dan zoals in aloude tijden
te aanvaarden dat je lot is bezegeld,
door de pest of de brandstapel
in 't midden van een plein in 't centrum
van Firenze waar de duiven en mensenmassa's
zich in dichte drommen verdringen voor menig beeld,
van Michelangelo of de lege sarcofagen
naast de battesterio's, lege preekgestoelten,
in de weelderig bezette voorgevels van duome's,
honderden kunstige beeldjes gemaakt door mensenhanden,
metershoge eiken deuren bezet met ijzeren pinnen,
praalgraven van Dante, Machiavelli en Galilei,
vloeren met glimmende grafplaten
uitgekapte namen van bisschoppen
of andere gemijterde pilarenbijters,
vergeten in de mist der eeuwen
waarop nauwelijks naast de romeinse cijfers
staat te lezen :
prego per me ...