vluchtig
vandaag
kwam ik onverwacht,
ik was er niet op bedacht,
halt gehouden bij de bussen,
stoppers en stampers en starters,
met die eindeloze rijzende lijnenlus
die wij zijn is het er immers altijd druk
genoeg om ‘t te doen, m'n eerste vluchter
tegen, eentje, vermoed ik, van de oosterse
overkant, maar dat zei hij helemaal niet, niets
zei hij ons dus. m'n mede wachter op de onze
liet hij iets lezen. nee, zei ze bondig heel beslist,
neejee nogmaals met enige nadruk dubbel
doodgewoon op z'n nederlands.
dat tweede begreep hij wel
en hij wendde zich
naar mij.
heeft hij
op z'n hollands
degelijk geregeld
‘t opgevangen?
werk wilde hij,
of anders, las ik,
wat geld om z'n gezin
te eten te geven. maar ja,
haast alles gaat hier met van die
pinnige pasjes. gelukkig had ik wat
klinkende muntjes voor noodgevallen
op zak. even zoeken. voor de volgende
keer, die vast wel kwam, maar wat sparen,
om achter de hand te houden, of eens kijken
wat er anders kan, m'n kerstpakket wellicht,
maar hoe krijg ik die bij hem? gedachten
melden zich sneller dan tastbare daden.
ook zijn dunne velletje in druk pakte hij
graag terug aan. hij had er, zag ik
in de gauwigheid, maar
een paar.
hans