ik nuttig koffie en sigaren, mijn mond smaakt wrang
niet wranger dan het lot, waarin ik ben vervallen
dit leven dat ik sterk loop te vergallen
ik drijf de spot met alles, al ben ik bang...
zondebokken, oplichting, het is een feest
niet zelden ben ik daar van weggeweest
zwartgallig zijn de dagen die me rustig stemmen
het is niet dat je keus hebt, je moet er maar aan wennen
toch...
de vogels fluiten ook niet minder mooi
in de wereld, deze klerezooi
de beesten zijn naïef, ik geef het ze te doen
verander mij in godsnaam in een waterhoen!