Ik ben als een omgekeerde magneet.
Als een magneet trek ik het geluk aan,
Maar alsof we tegenpolen zijn,
Stoot ik het net zo snel weer af.
Gaat het niet vanzelf,
Dan lijk ik een handje te helpen.
Want voor het geboren voor het geluk,
Nee dat ben ik niet.
Beschadigd, gepijnigd en bang,
Soms blij en gelukkig,
Maar het geluk,
Nee het blijft nooit lang.
Alles gaat kapot,
Alles verlaat mijn leven.
Soms heel soms heb ik het geluk gevonden,
Maar dan duurt het toch maar even.
Want Ik ben als een omgekeerde magneet.
Als een magneet trek ik het geluk aan,
Maar alsof we tegenpolen zijn,
Stoot ik het net zo snel weer af.