Loop ik midden in de regen.
Draai ik zomaar wat rond.
Stampvoet ik in de plassen.
Vang ik druppels op met mijn mond.
Verbonden met het water
lijk ik te verdrinken met
het land. November nachten
in de regen. Zo donker heb
ik slechts eenzaamheid aan
de hand.
Ik kan begrijpen, noch
grijpen. Lijk te dolen in
de nacht. Voor de morgen
valt de regen. Glijden
druppels roerloos zacht.
Wat ik versta van de regen
is dat je zo ook gelukkig
kunt zijn. Eenzaamheid huilt
als een zegen die met november
nachten niet thuis kan zijn.
Zo de zwerver zwerft bij
nachten. Huilt de regen met
hem mee. Helpt hem verder
door te leven. November nachten,
vergoten water van de zee.