hij dagdroomt weer eens en denkt aan vervlogen tijden .
Daar waar hij alleen stond zolang geleden ,hij wil naar huis.
Niemand om om te geven , waarom weet hij niet meer.
Niemand die om hem geeft , waar totale vrijheid zijn gevangenis is.
Naar huis, hij wil het niet maar in het verleden is waar hij zich soms verschuilt.