Het gedicht wordt opgedragen aan directie en personeel van die grote bloemenzaak, waar zij netheid en vriendelijk hoog in hun vaandel dragen.
Floralux
Waar is de tijd van toen.
Die kleine stapjes in een onbekende wereld
van bloemen en plantjes
en een boeiend vooruitzicht.
Dat is nu allemaal op zijn poten gevallen.
Jullie zijn een bekende groep geworden.
Allemaal mensen met kennis van hun vak.
Ze laten de bloemen pronken in al hun geuren en kleuren.
Orde en netheid dragen ze hoog in hun vaandel
Iedereen helpt iedereen.
Zo wisselen bloemen van eigenaar
met een vraag en een klein gebaar.
Wij klanten overschouwen al dat moois.
Opbouwende woorden worden gegeven
zodat Floralux zich kan uitleven,
naar de tevredenheid van zijn prestatie.
De winkel rijgt het aangename winkelen, als diamanten aan hun kroon.
Onafscheidelijk als de zon en de maan.
Als de dag en de nacht.
Ze helpen iedereen op weg op die glibberige trappen
met enkele vervelende stappen.
Alles wordt overzien in een aangename sfeer
niets te moeten, we doen het zelf op onze manier.
Wij hebben affectie voor de kennis die wij krijgen
die we als parels aan elkaar rijgen.
De ene gaat voor een plantje.
Anderen voor de gezelligheid,
voor de vele kleuren, naast of door elkaar.
Unieke potten worden met oog voor detail uitgestald.
Laten we Floralux de vrije hand,
dat schept een enorme band
Met een grote steun van directie en personeel
Vormt voor ons het spektakel één geheel.
Claire Vanfleteren ©