In het diepste
Van de stille waters
Ligt er ook
Een grond van zand
En rots
En oorverdovend
Is het geraas
Van stille wijsheden
Die eenmaal jou toereikend
Je zachtjes raakt
Met zijn lieflijke vingers
Die je willen beminnen
Maar van jou niet mogen
Ze borrelen op
Bij de eenzaamsten
Onder ons
Die wanhopig
Naar meer snakken
Maar nooit meer krijgen
En ik,
Ik hoor bij geen van beiden
En toch omarm ik
De verstoten wijsheden
Die in mij
Een thuis hebben gevonden