ad vent
donker
je dagen?
zeggen de mensen
stemmig elkaar best wel
aardig verdragend tot metgezel
vragend. dik ingepakt in stijf passende
jassen, tuurlijk dus plus tik tak plu afgedakt,
al ‘t ander getast. het gaat er tergend traag in
de grauwe koude, wind en wolken spannen samen
ons in ‘t ruige buitentuig. maar ach, ‘t mindere licht
tint een glimp - sterk als enkel kaarsen ter kerst,
wij zijn elkaar tot kraag en krans en waag
een aangeblazen dans - van een al
inderhaast graag bemind, je
neemt het ten minste
even met je mee,
verdergaand
gezicht.
hans