Vroeger was het altijd zo leuk,
ik lag altijd in een deuk.
Die mooie tijden mis ik erg,
ze zijn hoger dan een berg.
Ik zou graag terug willen gaan,
in dit hele mooie bestaan.
Mijn vrienden mis ik nog altijd,
die ik nooit vermijd.
Ze blijven altijd in mijn hart,
ook al ben ik opnieuw gestart.
Daar voel ik me thuis,
en niet in een kluis.
Een kluis geeft me een leeg gevoel,
dat is nou juist wat ik niet bedoel.
Verder gaan in het leven,
al blijf ik een hele tijd beven.
En als niemand mij ziet staan,
wil ik graag ergens heen gaan.
Ergens waar ik alleen kan zijn,
ergens zonder pijn.
Een plek waar veel rust is,
dat is de plek die ik mis.