Kan je me vergeven
wat ik eigenlijk doen wil?
Stoppen met dit leven;
mijn hart koud en kil.
Overheerst door de haat,
die woekerend groeit.
Voor het eigen gelaat,
het been dat weer eens bloeit.
Te groot is de onmacht,
kan zo niet meer verder gaan.
Het ontbreekt me aan kracht,
om nog eens op te staan.
Rust is wat ik wil ervearen,
in plaats van de chaos in mijn hoofd.
Steeds oplettend voor mogelijke gevaren,
steeds van rust beroofd.
Nu zit ik hiet als verdoofd,
voor me uit te kijken.
Het het nooit zelf geloofd;
maar toch voel ik me bezwijken.
Ik weet het gewoon even niet,
overheerst door de zelfhaat.
Groot is de pijn en het verdriet,
ik weet niet hoe het verder gaat.
In mijn eigen wereld zit ik gevangen,
hoe ik ook vecht, ik kom er niet uit.
De levenslust heeft zich verhangen,
me niet bewust van het minste geluid.
Moe en kapot gestreden,
ben ik kwaad op diegene die ik ben.
Heb ik dan echt teveel geleden?
Of is het zo dat ik gewoon een loser ben?
Geen controle meer over de gedachtestroom,
ga door het leven,
als in een wazige droom,
heb niets meer te geven.
R.