Ik bevind mij op het terras.
Vraag mij af of dit het was.
1 week is nu verstreken.
Eindelijk ben jij in mijn gedachten aan het verbleken.
Alles wat was dat ligt nu achter mij.
Dat deed het eigenlijk altijd al en dit maakt mij blij.
Het einde van de winter komt in zicht.
Ik voel het met de zon brandend op mijn gezicht.
Vorige week heb ik de kop eraf gebeten.
Na een tijd lang op de blaren te hebben gezeten.
Het begin is nu gekomen.
Net als straks het groen weer aan de bomen.
Ergens voel ik nog stress en spanning in mijn lijf.
Verplicht neem ik nu ontspanning en hoop dat ik het verdrijf.
Grauwe en guur was het vaak de laatste tijd.
De zon op het terras is wat mij nu verblijdt.
Op het terras, gedachten aan wat is gebeurd.
Op het terras tevreden over hoe mijn stemming opfleurt.
Nu eventjes een wolk die zorgt voor schaduw.
Het is tijdelijk en de kou voelt niet meer ruw.
Langzaam ga ik voorruit.
Langzaam komt de lente na een wilde winter en ik hoor een vogel die fluit.
Snel wil ik niet, het was hele 'vlucht' hier naar toe.
Snel onafgebroken vliegen de vogels hier niet heen, anders worden ze doodmoe.
Rust is mijn doel.
Rust zonder pauzes is een kliederboel.
Rustig land ik na een lange vlucht.
Rustig vlieg ik weg en verlaat ik mijn grauwe gehucht.