Genietend.
Genietend zit ik
voor de ramen
arm leunend op ’t blad van ’t bureau
een blauwe hemel
witte wolken
drijven voorbij als kijk cadeau.
Het blauw weerkaatst
in snelle golfjes
die op het ritme van de wind
zich spoeden naar
de uitlaatsluizen
daar zo het ruime zeesop vindt.
Wat scholen vogels
aalscholvers in rouwkleed
steken zwart af , laag over ’t kanaal
wat zwaar beladen
na de visvangst
van tong , schol , wijting of een aal.
Wat mensen zonnen
op een bankje
hier op de oever voor ons huis.
De lente zon poogt
met haar krachten
voor hen te zijn als een warm thuis.
Een sleepboot glijdt
voorbij ,begerig
naar grote buit die is geclaimd
als hulp de sluis
veilig te passeren
een daag’lijks beeld , dat niet bevreemdt.
Zo tuimelen de daagse
beelden, over elkaar
ik kijk , geniet en ik waardeer
die wisseling per
minuut zelfs per seconde
mij toeëigenend als eigen sfeer.
th