Als sneeuw voor de zon verandert jouw stemming van zwart naar wit
De zon overgiet ons met haar koesterende stralen
Deze middag laat zich van haar meest fabelachtige kant zien terwijl ik bij jou zit
We omhelzen elkaar warm
Liefde vermengd zich sijpelend met zinnenprikkelende lust
Zachtjes streel ik je arm
Jij zegt dat je met me wilt vrijen terwijl je me opzwepend kust
Dit is nog maar het begin, de prille, zeer prille lente die nog de kou in haar kielzog draagt
Nog even en de lagen worden afgepeld
Hoeven wij ons niet meer te kleden zo gelaagd
Eindeloos zullen wij elkaar dan liefhebben in bos of veld