Een hartslag verwijderd
en juist zo dichtbij;
De te kussen lippen, een zomer
zo lang voorbij.
Een zomerliefde, die warmt met
met de koude; tintelend verlangen
naar wat luchtkastelen bouwden.
Van hart naar longen trekt het bloed
nieuw zuurstof aan. Vanuit de boezems
klept het leven ook kamerrijk een nieuwe
richting aan.
Een omloop van bloed, zo hartgrondig
gestuwd; Houdt een gevoel in leven
dat nimmer luwt. Het voedt de liefde
voor een paar zomerlippen.
Een winterverlangen dat niet mag
ontglippen.