Jij bent die engel in mij hoofd,
waarin ik mijn hele leven heb
geloofd. Jij helpt mij veelal door
de dag; ook al is er niemand die jou
ooit werkelijk zag. Ik heb zolang
ik in jou heb geloofd, een vast
vertrouwen dat nimmer dooft.
Jij bent de engel in mijn hoofd,
die meer betekent dan een ware
vriendschap belooft. jij bent mijn
bijstand in mijn grootste nood,
van de geboorte tot in de dood.
Ik heb jouw beeld heel duidelijk
verankerd in mijn hoofd, opdat ik
niet van een oprechte droom wordt beroofd.
Jij bent die engel die de waarheid van
zijn dromen ontbloot en jezelf verbeeldt
in mijn mensenschoot. Jij zult dan schitteren
in het zilveren avondlicht en je vormen voor
mijn gezicht. Ik weet mij rijkelijk in dit leven
genood met dit kleinnood dat dartelt in mijn schoot.
Zijn er nog mensen die beweren dat droombeelden
niet kunnen bestaan; en voor hun dromen vluchtend
de werkelijkheid ingaan? Zij zullen eens wakker
worden als hun realiteit wordt verstoord,
dat het niet altijd de droom is die hen beliegt,
maar veelal de werkelijkheid bedriegt.