Burgers willen goede burgers
wezen. Betalen hun belasting
tegen heug en meug tot de laatste
cent. Geen omweg behoeft men
van de gewone burger te vrezen,
die niet de vluchtroute van
de beerput kent.
De grote massa draagt met burgerlijk
fatsoen iets met pijn af van zijn zuur
verdiende poen. Klagend draagt zij
een steentje bij; financiert zij wat
vorm geeft aan een gezonde maatschappij.
Burgers zullen zich echter steeds meer
realiseren, dat hun vertrouwen in
de hoge heren niet langer strookt met
hun belasting betalend fatsoen;
omdat zij die de staatsgelden beheren
het blijkbaar door de weg van
de beerput doen.