Stenen.
Stenen alom liggen
die voor ’t grijpen
om mee te gooien, waar iets niet zint.
Wij leggen neer
pakken en smijten
al waar men dit toe nodig vindt.
Zij vragen levens
kosten ruiten
verwoesten huis en veiligheid.
Ballast bij opstand
kwaad in daden
altijd veeg teken in de tijd.
immer, ervaart men
reden tot gooien
ongenoegen trekt plaveisel bloot.
Wij smijten nijd en
opgekropte woede
steen omsloten in’t klein en groot.
De ganse wereld
ligt vol stenen
wij grijpen, graaien, smijten raak
om anderen zo
af te straffen
als onze goedheid in de maak.
Zelfs op het graf
staren de stenen
als een protest de hemel in.
Dat Hij, de hoeksteen,
ons is ontvallen
ligt ver buiten onze waarneemzin.
th