waar schemerend nog wat nevels samenballen
en zacht verhullen ‘t zilverig licht van maan
mysterieuze en vermoeid geworden nacht
zich traag in gouden ochtendstond laat vallen
in bedden vol van lust en liefdevol verlangen
de handen strelend wandelen in intimiteit
krullen lakens zich om warme lichaamsvormen
het bruisend bloed tot nog veel meer bereid
en lucht bezwangerend door de nacht
vermengt zich met het vlakke stille ademen
waarin begeerte zich uiteindelijk vindt
als ‘t ene hart blij op het andere wacht
dansen wakend dan de dromen
zelfs in een grijze ochtendvloed
geurt het naar lente, bloesems in de bomen
tonen nieuw leven in hun laatste rust
sunset 19-04-2016