DE AANVAL
Het wapen lag koel in haar hand, ze zou steken als het moest, dat wist ze zeker. Ze zweette en kreeg het nog warmer. Stilte was geboden, deels uit schrik. Stokstijf stond ze te wachten, het geritsel buiten leek sterker te worden, verplaatste zich rond de hut. Ze draaide mee, het wapen hoog en klaar om te gebruiken.
Soms meende ze schaduwen te zien, de vuile vensters konden haar zicht bedriegen, ze voelde zich zo klein.
Het kraken van de muur gaf haar gelijk en weer was er die schaduw, ze zag zijn wapens, zwaar en scherp.
De kou had geen vat op haar, ze voelde haar bloed stromen.
De belager bonkte tegen de muren. Een sneeuwregen van het dak was het gevolg. Het bonken werd erger en erger, de hele hut schudde.
Nu was het de beurt aan de deur. Weer zette ze zich schrap, het wapen boven het hoofd, bereid om zich te verdedigen.
Sidderend kromp ze in elkaar. De deur begaf, wind en sneeuw waaiden binnen. Door het sneeuwgordijn zag ze de schaduw van de belager, die leek maar liefst twee wapens te hebben, dreigend boven de massieve kop. Ze werd helemaal koud, haar blik verstrakte.
Ze zag de belager vastgeklemd in de deuropening, dat gaf haar weer wat moed.
Ze stormde vooruit en wou toesteken, met volle kracht, alles in haar stond gespannen, de vuist rond haar wapen geklemd.
Ze stokte, haar knieën knikten, het wapen was weg, ze had nog enkel haar vuist.
De ijspegel was in haar hand gesmolten, de schrik sloeg haar om het hart.
De belager schudde het zware hoofd.
Hij riep BEUUU, zoals alle koeien plachten te doen.
OEF!!
ela
Auteur: ela | ![]() ![]() ![]() |
|
Gecontroleerd door: ela | ||
Gepubliceerd op: 05 mei 2016 | ||
Thema's: |