't krioelt van de eksters, kauwen
en aggressieve kraaien op 't kerkhof,
die hebben daar verzamelen geblazen,
't nieuws luidruchtig uitgebracht
dat niemand 't in zijn hoofd krijgt
die opstandelingen hier te verjagen,
verse bloemenkransen mogen 't ontgelden
prieeltjes of kinderbeeldjes met drek besmeurd,
al wat nog enigszins geurt of blinkt
of inmiddels allang stinkt,
wordt genadeloos aangevallen,
't eetbare eruit gewrikt en gesnaveld
alsof er nergens wat beters
op 't land of in de stad
van wat teveel is te vreten valt,
bezoekers worden in een moment van meditatie
tijdens een wandeling in diepe gedachten
aan een verloren dierbare
of 't prevelen van een gebedje voor 'n zerkje,
onafgebroken lastig gevallen
met gekwebbel, gekwek, gekibbel, gekraak
van 't driekoppig kibbelkabinet
dat 't over alles oneens is geworden,
tot de wit, grijs of zwarte pluimen
in 't rond vliegen,
en de zwijgende meerderheid
zucht om zulk een heilige schande,
dergelijk schaamteloos vertoon
van die bende rakkers
die zich ongenaakbaar beschermd weet
als bedreigde diersoort,
daar zijn ooit menselijke wetten voor gestemd,
nu keert hun overmatig getal
zich tegen ons al,
gelukkig liggen de doden
veilig beschermd door dikke kisten
diep geborgen onder d'aarde,
een voorzorgmaatregel uit hygiene,
maar vooral van terreur nivo
nummer drie, net geen vier,
anders waren ze inmiddels
ook de glazen ogen uit hun hoofd gepikt
en van hun nog eetbare delen ..
tot op 't bot gestript.