als mijn spreken me vertaalde
met de boeg als scheepsgerei
dat aangemeerd aan de stroom des levens
me vertolkte daar mijn stem
is weggehoond door tij en onraad
verliet ik de zee der woeste golven
en herbracht ik de zomer heel gedwee
naar het water binnendijks, doch
zal ik mij dan verdrieten
daar de woeste ledigheid zal ontbreken
langs de prismastralen van mijn ogen
Uw woorden vrouwe Wad, uw poëzie raken
het hart dat mij eert in het geloof in de waarheid
van de alledaagse zetel waarop
wij beiden rusten als de vloed
ons noemt als haar beleg