Jij bent mijn waarde,
dat zie ik onmiddellijk in.
In al mijn wanhoop ben jij
die arm met werkelijkheidszin.
Al wat ik spaarde het vulde
nimmer mijn hand. Aan het leven
dat jij mij geeft heb ik mijn verstand
voor mijn hart verpand.
Jij bent mijn waarde,
de arm om mij heen. De hand op
mijn schouder. Mijn meerwaarde
boven het algemeen.
Al mijn lijden,
het was voornamelijk pijn;
gesleten in de liefde van
een volmaakt gelukkig zijn.
Jij bent mijn waarde,
de muur die mij verstevigt.
Het geloof in verandering,
dat twee mensen verenigt.
Al wat ik ervoer
heeft recht van bestaan.
Gelukkig de ziel die zo
tussen zijn medemens kan staan.
Jij bent mijn waarde,
de kans die ik neem.
Jij bent de enige,
mijn rust zo sereen.