de avond is tot de nok met
nachtblindheid gevuld
ons beider ogenblik
is de schemer al voorbij
maar er is meer, wat scheelt
het eigenlijk, wat is deze plek
in de zintuigen van ons
heelal, waar komt het licht
uit sterrenstof vandaan, water
naar de zee, schaamrode
golven voor de boeg, alsof
zij voor hete adem wijken
dit voorgordijn zal nog sluiten
moet nog gehoor vinden
in nabijheid zonder aanleunen
verstaanbaar, klankloos
om te slapen tot wederlicht
-ook al klinkt het vergezocht