’t Is zomer.
’t Is zomer , doch niet
Als ik naar buiten kijk
Een felle wind striemt kanaal en bomen
Een grijze lucht
zonlicht failliet
die de vakantie af doet romen.
’t Balcon dat grijst
Valt buiten een vertoeven
Mijn fiets staat in de schuur gestald
Ik hunker naar wat
Warme dagen
Want ook vandaag is weer verknald.
Wat is er loos
Met onze zomer
Een tour de France met hagelsteen
Campings verregend
En verlaten
Ik proef de sfeer rond veel geween.
’t Is zomer
Herfstig in het kwade
De mode zaken hangen vol
Met kleding die
Nooit wordt gedragen
Mede vanwege klimatentol.
’t Is Zomer en
Ik wil haar proeven
Doch bitter smaakt de kille wind
Ik pak de auto
Voor een museum
Waarin ik ’t culturele vind.
th